poker

Pokertermen en -definities

Actie

(1) De mogelijkheid om te handelen. Als een speler zich niet lijkt te realiseren dat hij aan de beurt is, zegt de dealer "Jouw actie." (2) Bets en raises. "Als er een derde harten op het board valt en er veel actie is, kun je ervan uitgaan dat iemand de flush heeft."

Afbetalen

Een bet callen als degene die bet een hand representeert die je niet kunt verslaan, maar de pot groot genoeg is om toch een call te rechtvaardigen. Voorbeeld: "Hij speelde alsof hij de flush had gemaakt, maar ik had de top set dus ik betaalde hem af."

All-in

Een speler gaat all-in wanneer hij zonder chips komt te zitten tijdens het betten of callen. In table stakes-varianten mag een speler tijdens een hand geen extra geld pakken. Als een speler geen chips meer heeft, wordt er een bijpot gecreëerd waarin hij geen belang heeft. De speler kan echter wel de pot winnen waarvoor hij nog chips had. Voorbeeld: "Arme Bob. Hij had een four of a kind tegen een hoge full house, maar hij ging al bij de tweede bet all-in."

Ante

Een klein deel van een bet die door iedere speler wordt bijgedragen aan de pot aan het begin van een pokerhand. In de meeste Hold'em-varianten is er geen ante. In deze varianten worden 'blinds' gebruikt om het eerste geld in de pot te krijgen.

Backdoor

Zowel de turn als de river gebruiken om een winnende hand te maken. Stel bijvoorbeeld dat je A-7 hebt. De flop is A-6-4. Je bet en er wordt gecalld. De turn is de T, die iedereen checkt. De river is vervolgens de J. Je hebt nu een 'backdoor' hoogste flush gemaakt. Zie ook 'runner'.

Bad beat

Wanneer een hand die een zware underdog is een zwaar favoriete hand verslaat. Deze term wordt doorgaans gebruikt om te impliceren dat de winnaar van de pot eigenlijk helemaal niet meer in de pot had mogen zitten en er met het grootste geluk van de wereld in is geslaagd de enige kaart te krijgen waarmee hij de pot zou winnen. We geven geen voorbeelden, omdat je die nog vaak genoeg zult horen in je pokercarrière.

Beschermen

(1) Je hand of een chip op je kaarten houden. Dit zorgt ervoor dat ze niet ongeldig verklaard worden door een weggegooide hand, of per ongeluk gemuckt worden door de dealer. (2) Meer geld in een pot investeren, zodat de blind die je al gezet hebt niet voor 'niets' was. Voorbeeld: "Hij zal altijd zijn blinds beschermen, ongeacht hoe slecht zijn kaarten zijn."

Bet

De eerste chips die elke inzetronde ingezet worden. De kleine blind is voor de flop te beschouwen als de eerste bet.

Bijpot

Een pot die gecreëerd wordt als een speler geen chips meer heeft en waarin hij ook geen belang heeft. Voorbeeld: Al bet $ 6, Beth callt de $ 6, en Carl callt, maar hij heeft nog maar $ 2 over. Er wordt een bijpot van $ 8 gecreëerd die Al of Beth kan winnen, maar Carl niet. Carl kan echter wel al het geld in de oorspronkelijke pot of hoofdpot winnen.

Blank

Een gemeenschappelijke kaart die geen invloed lijkt te hebben op de uitkomst van de hand. Als de flop A-J-T is, dan wordt een 2 op de turn beschouwd als een blank.

Blind

Een verplichte inzet (of gedeeltelijke inzet) die door één of meer spelers moet worden geplaatst voordat de kaarten worden gedeeld. Doorgaans worden blinds gezet door de twee spelers links van de button. Zie ook 'live blind'.

Bluffen

Betten of raisen met een hand waarvan je denkt dat die zwakker is dan die van je tegenstander, met de bedoeling hem zijn sterkere hand te laten folden.

Board

Alle gemeenschappelijke kaarten in een Hold'em-spel: de flop, turn en river samen. Voorbeeld: "Er lag geen enkele harten op het board."

Bottom pair

Een pair met de laagste kaart op de flop. Als je A-6 hebt en de flop is K-T-6, dan heb je het laagste pair geflopt.

Burn

De bovenste kaart van het kaartspel gesloten wegleggen. Dit wordt tussen alle inzetronden gedaan voordat de volgende gemeenschappelijke kaarten worden neergelegd. Zo wordt voorkomen dat een speler de volgende kaart die op het board komt herkent of kan zien.

Button

Een fiche waarmee wordt aangegeven wie de (aangewezen) dealer is. Deze term wordt ook gebruikt om naar de speler op de button te verwijzen. Voorbeeld: "De button heeft geraised."

Callen

Een geldbedrag inzetten dat gelijk is aan de laatste bet of raise. De term 'zien' (zoals in 'ik wil die bet zien') wordt soms ook gebruikt.

Calling station

Een zwak-passieve speler die veel callt, maar niet vaak raiset of foldt. Dit soort spelers wil je graag aan je tafel hebben.

Cappen

De laatste raise doen die toegestaan is in een inzetronde. Dit is doorgaans de derde of vierde raise. Dealers in Californië zeggen graag "Capitola" of "Cappuccino".

Case

De laatste kaart van een bepaalde waarde in een kaartspel. Voorbeeld: "De flop was J-8-3; ik heb pocket boeren, hij heeft pocket achten, en dan valt de case acht op de river en verslaat hij mijn full house."

Check(en)

(1) Niet betten, met de mogelijkheid om later in de inzetronde te callen of raisen. Equivalent aan nul dollar betten. (2) Een ander woord voor chip, zoals in pokerchip.

Check-raisen

Checken en daarna, als er een speler na je bet, raisen. Zo af en toe zul je mensen horen zeggen dat dit geen eerlijk of ethisch poker is. Onzin. Bijna alle casino's staan check-raisen toe en het is een belangrijke pokertactiek. Het is vooral handig in Fixed Limit Hold'em met lage inzetten, waar je extra kracht nodig hebt om het veld wat te verkleinen als je de beste hand hebt.

Cold callen

Meer dan één bet in een enkele actie callen. Stel bijvoorbeeld dat de eerste speler na de grote blind raiset. Dan moet elke speler die hierna in actie komt twee bets 'cold' callen. Dit is anders dan wanneer je een enkele bet callt en daarna een daaropvolgende raise callt.

Come hand

Een draw-hand (waarschijnlijk van de craps-term).

Connector

Een starthand in Hold'em waarbij twee kaarten opeenvolgend in waarde zijn. Voorbeelden: K-Q, 7-6.

Counterfeit

Je hand minder waard maken doordat gemeenschappelijke kaarten jouw kaarten dupliceren. Voorbeeld: je hebt 8-7 en de flop is 9-T-J, dus je hebt een straight. Nu komt er een 8 op de turn. Dit heeft je hand minder waard gemaakt, eigenlijk bijna waardeloos.

Cripple

Als in 'het kaartspel crippelen'. Dit betekent dat je de meeste of alle kaarten hebt die iemand in combinatie met het huidige board zou willen hebben. Als je pocket koningen hebt, en de andere twee koningen komen op de flop, dan heb je het kaartspel gecrippeld.

Dealer

De speler in een pokerspel die in werkelijkheid (of in theorie) de kaarten deelt. Wanneer er een professionele dealer (in een casino of cardroom) of geautomatiseerde dealer (online) aanwezig is, dan is het noodzakelijk om de speler aan te wijzen die de kaarten zou delen aangezien de blinds en het inzetten links van de dealer beginnen. Hiervoor wordt gebruikgemaakt van een fiche die 'dealerbutton' wordt genoemd en die met de klok mee de tafel rondgaat, voortbewegend naar de volgende speler na voltooiing van iedere hand.

Dog

Kort voor 'underdog'.

Draw(en)

Een hand spelen die nog niet goed is, maar goed zou kunnen worden als de juiste kaarten vallen. Voorbeeld: "Ik ben er nog niet - ik ben aan het drawen." Wordt ook wel als zelfstandig naamwoord gebruikt. Voorbeeld: "Ik moet callen, want ik heb een goede draw."

Drawing dead

Een hand proberen te maken die, zelfs wanneer je hem maakt, de pot toch niet zal winnen. Als je een flush probeert te maken, en je tegenstander heeft al een full house, dan ben je 'drawing dead'. Dat is natuurlijk een slecht uitgangspunt.

Woordenlijst is afkomstig uit 'Winning Low Limit Hold'em' van Lee Jones

Extra blind

Een blind die wordt gezet door een speler die net aan het spel begint, terugkeert aan de tafel of anderszins zijn plaats aan de tafel verandert. Zie ook 'blind' en 'posten'.

Familiepot

Een pot waarin alle (of bijna alle) spelers voor de flop callen.

Favoriet

Een pokerhand die statisch gezien favoriet is om te winnen.

Flop

De eerste drie gemeenschappelijke kaarten, die samen open worden neergelegd.

Folden

Elke kans opgeven om in poker de huidige pot te winnen. Je hand wegleggen of weggooien in plaats van een bet callen of raisen.

Foul

Een hand die om de een of andere reden niet gespeeld mag worden. Een speler met een hand die 'foul' is kan op geen enkel deel van de pot aanspraak maken. Voorbeeld: "Hij had drie kaarten na de flop, dus de dealer verklaarde zijn hand 'foul' (ongeldig)."

Freerollen

Eén speler die kans maakt op de hele pot terwijl hij op dat moment gelijk staat met een andere speler. Stel bijvoorbeeld dat je A-Q klaveren hebt en je tegenstander heeft A-Q harten. De flop is Q-5-T waarvan twee klaveren. Je staat op dat moment gelijk met je tegenstander, maar je bent aan het freerollen, omdat jij de hele pot kunt winnen en je tegenstander niet. Als er geen klaveren valt, dan deel je de pot met hem; als die wel valt, dan win je de hele pot.

Gedeelde pot

Een pot die door twee of meer spelers gedeeld wordt omdat ze gelijke handen hebben.

Gedomineerde hand

Een hand die bijna altijd zal verliezen van een betere hand die mensen meestal spelen. K-3 wordt bijvoorbeeld 'gedomineerd' door K-Q. Met uitzondering van rare flops (bijvoorbeeld 3-3-X, K-3-X) zal deze hand meestal verliezen van K-Q.

Gemaakte hand

Een hand die gemaakt wordt met alle vijf de kaarten - een straight, flush, full house of straight flush.

Gemeenschappelijke kaarten

Kaarten die open op de pokertafel worden gelegd en door alle spelers gebruikt kunnen worden in varianten zoals Hold'em en Omaha. Er wordt ook wel aan gerefereerd als board-kaarten of 'het board'.

Gesplitste twee pair

Twee pair waarbij beide pairs bestaan uit een van jouw kaarten en een kaart van het board. Voorbeeld: je hebt T-9, de flop is T-9-5, je hebt een gesplitste twee pair. Dit in tegenstelling tot twee pair waarbij er een pair op het board ligt. Voorbeeld: je hebt T-9, de flop is 9-5-5.

Gestructureerd

Dit wordt gebruikt om een bepaalde inzetstructuur in pokerspellen toe te passen. De typische definitie van een gestructureerd Hold'em-spel is een vast bedrag voor bets en raises voor de flop en op de flop, en dan twee keer dat bedrag op de turn en de river. Voorbeeld: Een Hold'em-spel met een structuur van $ 2-$ 4: bets en raises van $ 2 voor de flop en op de flop; bets en raises van $ 4 op de turn en de river.

Gratis kaart

Een turn- of river-kaart waarvoor je geen inzet hoeft te callen vanwege eerdere acties in de hand (of vanwege je reputatie bij je tegenstanders). Als je bijvoorbeeld op de button zit en je raiset als je een flushdraw flopt, dan kunnen je tegenstanders naar je toe checken op de turn. Als je een flush maakt op de turn, kun je betten. Als je de flush niet krijgt op de turn kun je ook checken, en de river-kaart 'gratis' zien.

Grote blind

De grootste van de twee blinds die doorgaans gebruikt worden in een Hold'em-spel. De grote blind is doorgaans even groot als de volledige bet in de eerste ronde. Zie ook 'blind' en 'kleine blind'.

Gutshot straight

Een straight die 'aan de binnenkant' gemaakt wordt. Als je 9-8 hebt, de flop is 7-5-2 en de turn is een 6, dan heb je je gutshot straight gemaakt.

Heads-up

Een pot waar maar twee spelers om strijden. Voorbeeld: "Het was heads-up vanaf de turn."

Het board spelen

Showdown van een hand in Hold'em wanneer je geen betere hand kunt maken dan er al op het board ligt. Als je bijvoorbeeld 2-2 hebt, en op het board ligt 4-4-9-9-A (geen flush mogelijk), dan moet je 'het board spelen': de best mogelijke hand die je kunt maken gebruikt geen enkele van je eigen kaarten. Let op dat als je het board speelt, je op zijn best de pot kunt delen met alle overgebleven spelers.

Hitten

Als in "ik hitte op de flop", waarmee bedoeld wordt dat de flop kaarten bevat die je hand helpen. Als je A-K hebt en de flop is K-7-2, dan hitte je op de flop.

Hoofdpot

De eerste pot die gecreëerd wordt tijdens een pokerhand, in tegenstelling tot één of meer bijpotten (side pots) die gecreëerd worden als één of meer spelers all-in gaan. Ook wel 'main pot' genoemd.

Huis

De locatie die het spel organiseert. Voorbeeld: "De $ 2 die je op de button plaatst gaat naar het huis."

Implied odds

Pot odds die op dat moment niet bestaan, maar in je berekeningen ingecalculeerd kunnen zijn vanwege bets die je verwacht te winnen als je je hand maakt. Je zou bijvoorbeeld kunnen callen met een flushdraw op de turn ondanks dat de pot je niet echt een kans van 4:1 biedt (je kans om de flush te maken), omdat je er zeker van bent dat je op de river een bet kunt winnen van je tegenstander als je je flush maakt.

Inside straightdraw

Eén bepaalde kaart nodig hebben om een straight te maken. Bijvoorbeeld: een speler met 9-5 kan op een board van 2-7-6 een straight maken met elke acht. Dit staat ook bekend als een gutshot straightdraw.

Woordenlijst is afkomstig uit 'Winning Low Limit Hold'em' van Lee Jones

Jackpot

Een speciale bonus die betaald wordt aan de verliezer van een hand als zijn zeer goede hand verslagen wordt. In Hold'em moet de 'verliezer' doorgaans minstens met een full house met drie azen verslagen worden. In een aantal van de grote Zuid-Californische kaartclubs zijn jackpots al hoger geweest dan $ 50.000. De jackpot wordt gevuld met een deel van de rake die van het spel wordt ingehouden.

Kicker

Een bijkaart die gebruikt wordt om de beste van twee bijna gelijke handen vast te stellen. Je hebt bijvoorbeeld A-K en je tegenstander heeft A-Q. Als er op de flop een aas valt, hebben jullie allebei een pair azen, maar jij hebt een koning als kicker. Kickers kunnen van cruciaal belang zijn in Hold'em.

Kleine blind

De kleinste van de twee blinds die doorgaans gebruikt worden in een Hold'em-spel. Normaal gesproken is de kleine blind één derde tot twee derde van een bet in de eerste inzetronde. Zie ook 'grote blind' en 'blind'.

Kopen

(1) Als in 'de pot kopen'. Bluffen, de pot proberen te kopen zonder gecalld te worden. (2) Als in 'de button kopen'. Betten of raisen in de hoop dat spelers tussen jou en de button folden, zodat je als laatste aan de beurt bent in daaropvolgende inzetronden.

Woordenlijst is afkomstig uit 'Winning Low Limit Hold'em' van Lee Jones

Kraken

Een hand verslaan - normaal gesproken een zeer goede hand. Je hoort dit meestal over pocket azen: "De derde keer vanavond dat mijn pocket azen gekraakt zijn."

Live blind

Een verplichte inzet die door één of meer spelers moet worden geplaatst voordat de kaarten worden gedeeld. 'Live' betekent dat deze spelers nog steeds de mogelijkheid hebben om te raisen wanneer zij aan de beurt zijn.

Maniac

Een speler die vaak hyperagressief raiset, bet en bluft. Een echte 'maniac' is geen goede speler, maar gokt gewoon vaak. Een speler die zich echter af en toe als een maniak gedraagt en zijn tegenstanders in verwarring brengt is behoorlijk gevaarlijk.

Muck(en)

De stapel gefolde en gebrande kaarten die voor de dealer ligt. Voorbeeld: "Zijn kaarten raakten de muck (weggooide kaarten), dus de dealer besliste dat ze gefold waren ondanks dat de man zijn kaarten terug wilde." Wordt ook wel als werkwoord gebruikt. Voorbeeld: "Hij had geen outs dus hij muckte zijn hand (gooide zijn hand weg)."

No Limit

Een versie van poker waarbij de speler elk aantal chips mag betten (maximaal het aantal dat voor hem staat) wanneer het zijn beurt is. Het is een heel ander spel dan Fixed Limit-poker.

Nuts

Gezien het board de best mogelijke hand. Als het board K-J-T-4-2 is met drie daarvan harten, dan is A-X harten de nuts (waarbij X staat voor een kaart met een willekeurige waarde). Je zult af en toe de term horen gebruiken voor de best mogelijke hand in een bepaalde categorie, ook al is het niet de algehele nuts. Voor het voorbeeld hierboven zou iemand met A-Q kunnen zeggen dat hij de 'nut straight' (hoogst mogelijke straight) heeft.

Offsuit

Een starthand in Hold'em met twee kaarten van verschillende kleuren.

One-gap

Een starthand in Hold'em met twee kaarten die in waarde twee van elkaar verschillen. Voorbeelden: J-9s (J-9 suited), 6-4.

Open-ended straightdraw

Eén van twee kaartwaarden nodig hebben om een straight te maken. Bijvoorbeeld: een speler met 9-8 op een board van 2-7-6 kan een straight maken met een tien (6-7-8-9-T) of met een vijf (5-6-7-8-9). Dit staat ook bekend als een up-and-down straightdraw.

Out

Een kaart die ervoor zorgt dat jouw hand wint. Meestal in meervoud gebruikt. Voorbeeld: "Elke schoppen maakt mijn flush, dus ik heb negen outs."

Outrun

Verslaan. Voorbeeld: "Susie versloeg (outran) mijn set toen haar flush-kaart op de river viel."

Overcall

Een bet callen nadat één of meer spelers al hebben gecalld.

Overcard

Een kaart die hoger is dan elke andere kaart op het board. Als je bijvoorbeeld A-Q hebt en de flop is J-7-3, dan heb je geen pair, maar je hebt wel twee overcards (overkaarten).

Overpair

Een pocket pair dat hoger is dan elke andere kaart op de flop. Als je Q-Q hebt en de flop is J-8-3, dan heb je een overpair.

Woordenlijst is afkomstig uit 'Winning Low Limit Hold'em' van Lee Jones

Pocket

Jouw unieke kaarten die alleen jij kunt zien. Bijvoorbeeld: "Hij had pocket zessen" (een pair zessen), of "Ik had aas-koning in de pocket." Zie ook 'spelerskaarten'.

Pocket pair

Een starthand in Hold'em met twee kaarten van dezelfde waarde, die samen een pair maken. Voorbeeld: "Ik had zeven hoge pocket pairs in het eerste uur. Wat wil je nog meer?"

Posten

Een blind zetten, meestal vereist als je voor het eerst aan tafel gaat zitten in een cardroom-spel. Het kan ook zijn dat je verplicht bent een blind te zetten als je van plaats wisselt aan tafel en daarmee verder van de blinds komt te zitten. Voorbeeld: een speler verlaat een plaats en neemt een andere plaats in verder weg van de blinds. Hij moet een extra blind zetten om een hand te krijgen. Zie ook 'extra blind'.

Pot Limit

Een versie van poker waarbij een speler maximaal de hoeveelheid geld kan betten die in de pot zit wanneer het zijn beurt is. Net zoals No Limit is dit een heel ander spel dan Fixed Limit-poker.

Pot odds

De hoeveelheid geld in de pot vergeleken met het bedrag dat je moet bijdragen aan de pot om te blijven spelen. Stel bijvoorbeeld dat er $ 60 in de pot zit. Iemand bet $ 6, zodat er nu $ 66 in de pot zit. Het kost je $ 6 om te callen, dus je pot odds zijn 11:1. Als je kans om de beste hand te hebben minstens 1 op 12 is, dan zou je moeten callen. Pot odds zijn ook van toepassing op draws. Stel bijvoorbeeld dat je een draw hebt voor de hoogste flush met nog maar één kaart te gaan. In dat geval ben je ongeveer een 4:1 underdog om je flush te maken. Als het je $ 8 kost om de bet te callen, dan moet er ongeveer $ 32 in de pot zitten (inclusief de recentste bet) om het een goede call te maken.

Prijs

De pot odds die je krijgt voor een draw of call. Voorbeeld: "De pot bood me een voldoende hoge prijs, dus ik bleef erin met mijn gutshot straightdraw."

Quads

Four of a kind.

Ragged

Een flop (of board) die niemand echt lijkt te helpen. Een flop zoals J-6-2 zou er 'ragged' uitzien.

Rainbow

Een flop met drie verschillende kleuren, zodat er op de turn geen flush gemaakt kan worden. Het kan ook betekenen dat er van de vijf kaarten op het board maar twee dezelfde kleur hebben, dus dat er geen flush mogelijk is.

Raisen

Het bedrag van de huidige bet verhogen.

Rake

Een hoeveelheid geld die door de dealer uit elke pot gehaald wordt. Dit zijn de inkomsten van de cardroom.

Representeren

Spelen alsof je een bepaalde hand hebt. Als je bijvoorbeeld voor de flop geraised hebt en je raiset weer als de flop aas-hoog is, dan zou je op zijn minst een aas met een goede kicker representeren.

Ringgame

Een regulier pokerspel, in tegenstelling tot een toernooi. Er wordt ook wel aan gerefereerd als een 'live' spel, aangezien er om echt geld in plaats van om toernooichips gespeeld wordt.

River

De vijfde en laatste gemeenschappelijke kaart, die open wordt neergelegd. Ook wel bekend als 'fifth street'. Metaforen met betrekking tot de river zijn een aantal van de meest gekoesterde clichés in poker, bijvoorbeeld "Hij verdronk in de river (rivier)".

Rock

Een speler die heel tight speelt, niet erg creatief. Hij raiset alleen met de beste handen. Een echte rock is erg voorspelbaar: als hij je op de river raiset, dan kun je zo ongeveer alle kaarten behalve de nuts weggooien.

Runner

Doorgaans 'runner-runner' genoemd om een hand te beschrijven die alleen gemaakt is door de juiste kaarten te krijgen op zowel de turn als de river. Voorbeeld: "Hij maakte een runner-runner flush om mijn trips te verslaan." Zie ook 'backdoor'.

Woordenlijst is afkomstig uit 'Winning Low Limit Hold'em' van Lee Jones

Scare card

Een kaart die de beste hand waardeloos zou kunnen maken. Als je T-8 hebt en de flop is Q-J-9, dan ben je bijna verzekerd van de beste hand. Een T op de turn zou echter zeer scary (beangstigend) zijn, omdat je dan vrijwel gegarandeerd verslagen bent.

Second pair

Een pair met de op één na hoogste kaart op de flop. Als je A-T hebt en de flop is K-T-6, dan heb je second pair geflopt. Zie 'top pair'.

Semibluf

Een krachtig concept dat voor het eerst besproken is door David Sklansky. Het is een bet of raise waarvan je hoopt dat die niet gecalld wordt, maar je hebt wel wat outs mocht dit toch gebeuren. Een semibluf kan juist zijn als betten voor waarde niet juist is en een pure bluf niet juist is, maar een combinatie van de twee kan een positieve verwachting hebben. Voorbeeld: je hebt K-Q en de flop is T-5-J. Als je nu bet, is het een semibluf. Je hebt waarschijnlijk niet de beste hand en zou graag zien dat je tegenstanders meteen folden. Ondanks dat zou je hand zich toch kunnen verbeteren tot de beste hand als er wel spelers callen.

Set

Three of a kind wanneer je twee kaarten van dezelfde waarde in je hand hebt en er een derde op het board ligt.

Short stack

Een klein aantal chips vergeleken met andere spelers aan tafel. Als er $ 10 voor je ligt en iedereen aan tafel heeft meer dan $ 100, dan speel je met een short stack (kleine stack).

Showdown

Het punt waarop alle overgebleven spelers hun kaarten opendraaien en vaststellen wie de beste hand heeft - nadat de vierde inzetronde voltooid is. Natuurlijk is er geen showdown als een laatste bet of raise niet gecalld is.

Slowplayen

Een sterke hand spelen alsof hij zwak is zodat er meer spelers in de hand blijven.

Smooth callen

Callen. Smooth callen betekent vaak een sterke hand slowplayen. Voorbeeld: "Ik flopte de hoogste flush maar smooth callde toen de man voor me bette - ik wilde niemand afschrikken."

Snel

Als in 'snel spelen' (play fast). Een hand agressief spelen, zoveel mogelijk betten en raisen. Voorbeeld: "Als je een set flopt maar er is een mogelijke flushdraw, dan moet je snel spelen."

Spelerskaarten

Kaarten die gesloten aan een speler gedeeld worden - meest gebruikt om de eerste twee spelerskaarten in Hold'em en de eerste vier spelerskaarten in Omaha aan te duiden.

Spread Limit

Een inzetstructuur waarbij een speler in elke inzetronde elk bedrag binnen een bepaald bereik kan betten. Een typische Spread Limit-structuur is $ 2-$ 6, waarbij een speler in elke inzetronde zo weinig als $ 2 of zoveel als $ 6 kan betten.

Straddle

Een optionele extra blind, doorgaans gezet door de speler die één plaats links van de grote blind zit, gelijk aan twee maal de grote blind. Dit is eigenlijk een raise en dwingt elke speler die wil spelen twee bets te betalen. Bovendien is degene die een straddle zet het laatste aan de beurt voor de flop en kan dus 'reraisen'.

Stringbet

Een inzet (meestal een raise) waarbij een speler niet alle chips die nodig zijn voor de raise in één beweging in de pot krijgt. Tenzij hij verbaal een raise aankondigt, kan een speler gedwongen worden de raise in te trekken en slechts te callen. Dit voorkomt onethisch spel waarbij iemand genoeg chips neerzet om te callen, te zien wat het effect daarvan is en dan mogelijk te raisen.

Suited

Een starthand in Hold'em waarbij twee kaarten van dezelfde kleur zijn. Voorbeeld: "Ik moest J-3 wel spelen - ze waren suited."

Woordenlijst is afkomstig uit 'Winning Low Limit Hold'em' van Lee Jones

Table stakes

Een regel in poker die inhoudt dat een speler tijdens een hand geen extra geld mag pakken. Hij mag alleen het geld dat voor hem ligt in de huidige pot investeren. Als zijn chips gedurende de hand opraken, wordt een bijpot gecreëerd waarin hij geen belang heeft. Al het casinopoker wordt met de table stakes-regel gespeeld. De definitie houdt soms ook in dat een speler gedurende een spel geen chips mag verwijderen van de tafel. Alhoewel aan deze regel misschien niet gerefereerd wordt als 'table stakes', is hij bijna algemeen in openbaar poker van kracht.

Tell

Een aanwijzing of hint die een speler onbewust geeft over de sterkte van zijn hand, zijn volgende actie, enzovoorts. Zou oorspronkelijk van 'telegraph' kunnen komen of voor de hand liggend dat hij je 'vertelt' (tells) wat hij gaat doen voordat hij het daadwerkelijk doet.

Tijd

(1) Een verzoek van een speler om het spel stil te leggen terwijl hij beslist wat hij gaat doen. Simpelweg "Tijd alsjeblieft!". Als een speler niet om tijd vraagt en er is een behoorlijke hoeveelheid actie na hem, dan kan de dealer beslissen dat de speler gefold heeft. (2) Een hoeveelheid geld verzameld op de button of elk half uur door de cardroom. Dit is een andere manier voor het huis om geld te verdienen (zie ook 'rake').

Tilten

Wild of roekeloos spelen. Van een speler wordt gezegd dat hij 'op tilt' is wanneer hij niet op zijn best speelt, te veel handen speelt, wilde blufs probeert, raiset met slechte handen, enzovoorts.

Toke

Een kleine hoeveelheid geld (doorgaans $ 0,50 of $ 1) die de winnaar van een pot aan de dealer geeft. Tokes vertegenwoordigen vaak het belangrijkste deel van het inkomen van een dealer.

Top and bottom

Twee pair, door met je twee spelerskaarten pairs te vormen met de hoogste en de laagste kaart op het board.

Top pair

Een pair met de hoogste kaart op de flop. Als je A-Q hebt en de flop is Q-T-6 , dan heb je top pair geflopt. Zie 'second pair'.

Top set

De hoogst mogelijke three of a kind. Voorbeeld: je hebt T-T en de flop is T-8-9. Dan heb je top set geflopt.

Top two

Twee pair, door met je twee spelerskaarten pairs te vormen met de hoogste twee kaarten op het board.

Trips

Three of a kind.

Turn

De vierde gemeenschappelijke kaart. Wordt open neergelegd. Ook bekend als 'fourth street'.

Under the gun

De positie van de speler die als eerste moet beslissen in een inzetronde. Als je bijvoorbeeld direct links naast de grote blind zit ben je voor de flop 'under the gun'.

Underdog

Een persoon of hand die mathematisch gezien niet favoriet is om de pot te winnen. Als je bijvoorbeeld vier kaarten voor je flush flopt, dan ben je een 2:1 underdog om je flush te maken op de river (dat betekent dat je je flush ongeveer eens in de drie keer zult maken). Zie ook 'dog'.

Variantie

Een maat voor de bewegingen naar boven en beneden ('up- en downswings') die je bankroll doormaakt. Variantie is niet per se een maat voor hoe goed je speelt. Hoe groter je variantie echter is, des te grotere bewegingen je zult zien in je bankroll.

Woordenlijst is afkomstig uit 'Winning Low Limit Hold'em' van Lee Jones

Verkopen

Als in 'een hand verkopen'. In een Spread Limit-spel betekent dit dat je minder dan het maximum bet als je een hele sterke hand hebt, in de hoop dat spelers zullen callen terwijl ze een maximale bet niet zouden callen.

Verwachting

(1) Het bedrag dat je gemiddeld verwacht te verdienen als je op een bepaalde manier speelt. Stel dat je bijvoorbeeld $ 10 bijdraagt aan een pot van $ 50 voor een draw van een hand die je 25% van de tijd ook maakt, en waarmee je elke keer als je hem maakt wint. Drie van de vier keer maak je de hand niet en iedere keer verlies je $ 10, in totaal $ 30. De vierde keer maak je je hand en win je $ 50. Je totale verdienste over deze vier handen is dan $ 50 - $ 30 = $ 20, een gemiddelde van $ 5 per hand. De call van $ 10 heeft dus een positieve verwachting (expectation) van $ 5. (2) Het bedrag dat je in een bepaalde tijdsperiode verwacht te verdienen aan de pokertafel. Veronderstel dat je met 100 uur spelen $ 527 wint. Dan is je verwachting $ 5,27/uur. Natuurlijk zul je niet elk uur exact dat bedrag verdienen (sommige uren zul je zelfs geld verliezen), maar het is een maat voor je verwachte verdiensten.

Verwachtingswaarde

Je 'rechtmatige' deel van een pot. Als er $ 80 in de pot zit, en je hebt 50% kans om hem te winnen, dan heb je een verwachtingswaarde van $ 40 van de pot. Deze term is denkbeeldig want je wint $ 80 of helemaal niets, maar het geeft je een idee hoeveel je kunt verwachten te winnen.

Waarde

De numerieke waarde van een kaart (in tegenstelling tot de kleur). Voorbeeld: 'boer', 'zeven'.

Waarde

Als in 'betten voor waarde'. Dit betekent dat je graag zou willen dat je tegenstanders je bet callen (in tegenstelling tot bluffen). Meestal is dat omdat je de beste hand hebt. Het kan echter ook een draw zijn die, mits er genoeg callers zijn, een positieve verwachting heeft.